website element

Kenmerken van dyslexie

Je kunt bij volwassenen dyslexie herkennen aan één of meer van de volgende kenmerken:

  • Moeite hebben met lezen en schrijven;

  • Moeilijkheden ervaren in de letter-klank-koppeling, waardoor het lezen, herkennen en reproduceren van letters en woorden moeite kost;

  • Storingen ervaren in een woordbeeld of zinsbeeld: de dyslecticus leest of schrijft een verkeerd woord, respectievelijk de grammatica van een gelezen of geschreven zin klopt niet.

  • Een lagere snelheid van verwerking van de woorden en/of een lage leessnelheid;

  • Moeilijkheden in andere aspecten van taal, zoals het onder woorden brengen van je verhaal of idee of jezelf presenteren; 

  • Een onbalans in taal en bijvoorbeeld rekenen of andere vaardigheden. Taal scoort slecht, maar andere vakken en vaardigheden scoren dan hoog. Is het IQ heel hoog of in een aantal onderdelen van een IQ-test, dan kan er zelfs sprake zijn van hoogbegaafdheid;

  • Denken in concepten, in beelden, in associaties. Dit is een manier van denken die heel snel gaat omdat beelden veel informatie bevatten. Mensen met dyslexie worden vaak beelddenkers genoemd. Wij noemen hen conceptueel denkers;

  • Moeite hebben om de kern van je verhaal mondeling of op papier weer te geven terwijl het perfect in je hoofd zit;

  • Snel oplossingen kunnen bedenken door het denken in beelden en concepten, door een sterk associatief vermogen en snel verbanden kunnen leggen;

  • Moeite hebben om in een vergadering op het juiste moment het goede antwoord te geven;

  • Problemen in de motorische coördinatie;

  • Moeite met hoofdrekenen of getallen onthouden;

  • Concentratieproblemen;

  • Moeite hebben met persoonlijke organisatie, dat wil zeggen moeite met ordenen van bijvoorbeeld je gedachten, je dag, je agenda en met timemanagement;

  • Onder je intelligentieniveau werken, wat de volgende twee aspecten in zich heeft:

    1. Oplossingen weten, maar deze niet goed kunnen verwoorden, waardoor je 'dommer' overkomt dan je in werkelijkheid bent;
    2. Oplossingen zien die je baas niet bedenkt en daardoor telkens weer in een conflict terechtkomen; 
  • Last hebben van prestatiedrang: denken dat het nooit (goed) genoeg is bij alles wat je doet; 

  • Faalangstig zijn of paniek ervaren bij het maken van toetsen of schrijven/lezen van teksten;

  • Ervaren dat "iets er wel in zit, maar er niet uit komt";

  • Onzeker zijn of een laag zelfbeeld hebben als gevolg van bovenstaande;

  • Niet weten wat je specifieke kwaliteiten zijn omdat je je altijd hebt gericht op wat een ander wél kan (goed lezen en schrijven) en jij dus niet.

Belangrijk over dyslexie:

Er zijn twee heersende misvattingen over dyslexie die nog vaak tot pijnlijke situaties of misverstanden leiden op het werk of op school. Het is belangrijk dat je het volgende weet:

  1. Dyslexie komt voor bij elk intelligentieniveau.
    Dyslexie wordt vaak geassocieerd met dom zijn en dat is niet waar. Ook heel slimme mensen kunnen dyslectisch zijn,  net als mensen met een gemiddeld of laaggemiddeld IQ.
     
  2. Dyslexie is het beste te zien als een geleide schaal of continuüm:
    er zijn geen duidelijke wel/niet criteria. Oftewel: de verschijnselen zijn niet bij iedereen even erg of in dezelfde mate aanwezig. De ene dyslecticus heeft vooral moeite met lezen, de ander met foutloos schrijven, sommigen met allebei en anderen weer vooral met de mondelinge communicatie. Dus als iemand wel snel kan lezen, kan hij of zij toch dyslectisch zijn. 

 

Wij hebben heel veel podcasts gepubliceerd over dyslexie en het conceptuele denken:

Wil je meer podcasts beluisteren? Klik hier.